Je ziet RGB en je krijgt CMYK. Als dat maar goed gaat.

Op je monitor, laptop en smartphone zie je kleuren die samengesteld zijn uit de drie primaire kleuren rood, groen en blauw (RGB). Deze drie kleuren worden gebruikt door beelddragers die zelf licht produceren en hiermee kan een breed spectrum aan tinten worden gemaakt. In full colour drukwerk werken we niet met licht maar met inkt, en dan maken we alle kleuren die we willen met cyaan, magenta en geel (CMY). Bij RGB-kleuren kun je zwart maken door het licht van een pixel uit te zetten, met CMY-kleuren kan dat niet, als je gaat mixen is donkerbruin het donkerst dat je maken kunt. (Dat weet je misschien nog wel van de kleuterschool.) Daarom wordt zwart gebruikt als de vierde drukkleur en daarmee ontstaat het CMYK-kleurmodel (met de K van key voor zwart, om verwarring met de B van blue te voorkomen). Met deze vier kleuren kun je een aanzienlijk kleiner kleurenspectrum drukken dan het RGB-kleurenmodel op je beeldscherm kan laten zien. Als je een digitale foto wilt gebruiken voor full colour drukwerk, zal de kleurmodus moeten worden omgezet van RGB naar CMYK. Dit betekent dat, vanwege het grotere kleurbereik van het RGB-model, soms naar een alternatieve CMYK-kleur gezocht moet worden. Die alternatieve CMYK-kleur kan anders uitvallen dan de originele RGB-kleur. Dat is één van de redenen dat wij proeven laten maken en graag naast de pers staan.